|
|
|
Op 30 mei 2023 is de Eerste Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel Toekomst Pensioenen. Nog niet alles is uitgekristalliseerd, transitieplannen moeten nog gemaakt worden. Veel van de Wet Toekomst Pensioenen heeft betrekking op pensioenfondsen. Er zijn echter ook gevolgen voor beschikbare premieregelingen. In dit informatiebulletin treft u een aantal belangrijke zaken aan met, daar waar nodig, een toelichting. De komende periode zullen wij u periodiek op de hoogte blijven houden van relevante zaken op het gebied van pensioen.
De ingangsdatum van de wet blijft 01-07-2023, maar de overgangstermijn is met 1 jaar verlengd tot 01-01-2028. Eerder mag, later niet. Deze verlenging moet nog wel met een Algemene Maatregel van Bestuur geregeld worden. Ook zijn er voorstellen gedaan voor amendementen vanuit de Eerste Kamer die opnieuw zullen worden beoordeeld door de Tweede Kamer. Wellicht komen hier nog bijzonderheden uit naar voren die van invloed kunnen zijn op lopende contracten.
Aanvangsleeftijd pensioen wordt 18 jaar per 01-01-2024
De huidige aanvangsleeftijd is 21 jaar. In veel contracten is al opgenomen dat deelname kan vanaf 18 jaar of zelfs 15 jaar. Daar waar nodig zal de pensioenuitvoerder komen met een addendum op de bestaande regeling. Mocht in een arbeidscontract leeftijd 21 jaar staan als aanvangsleeftijd voor opname in de pensioenregeling, dan zal dat aangepast moeten worden, uiterlijk per 01-01-2024. Werknemers met een leeftijd onder de 21 jaar worden dan vanaf deze datum opgenomen in de pensioenregeling.
Vervallen wachttijd
Toegestaan was om 1 maand wachttijd te hanteren voor opname in de pensioenregeling. Voor uitzendkrachten was dit 26 weken. Deze wachttijd komt te vervallen per 01-01-2024. In de bestaande contracten werd deze wachttijd eigenlijk niet gehanteerd. Aanmelden wordt gedaan per datum indienstreding. Dit heeft dus geen gevolgen voor u.
Gestaffelde beschikbare premieregelingen
Tot 01-07-2023 is het toegestaan werknemers een pensioenregeling aan te bieden waarbij rekening werd gehouden met looptijd en dus rendement. Bekende staffels zijn de 4% en 3% staffel die door de belastingdienst gepubliceerd worden. In de Wet Toekomst Pensioenen worden deze staffels verboden.
Wel is toegestaan om een bestaande gestaffelde beschikbare premieregeling voor de huidige werknemers in stand te houden. Nieuwe werknemers mogen tot uiterlijk 01-01-2028 aangemeld worden. Na die datum moet er voor nieuwe werknemers een gelijkblijvende premie aangeboden worden, de zogenaamde flatrate.
Het is toegestaan om de bestaande gestaffelde pensioenregeling om te vormen naar een flatrate met compensatie voor bestaande deelnemers. Dit leidt echter tot grote kostenstijgingen in aanvang. Er is daarom weinig enthousiasme voor deze mogelijkheid. Het voordeel van 1 pensioenregeling, de flatrate, weegt niet op tegen de kostenstijgingen. De verwachting is dat heel weinig bedrijven zullen overgaan naar een flatrate voor bestaande werknemers met compensatie voor het verlies van premie inleg. Indien dit wel gewenst is, dan zal er een transitieplan geschreven moeten worden.
Een flatrate kan op diverse manieren berekend worden. Bijvoorbeeld de gemiddelde premie van de bestaande deelnemers, of een flatrate die bij een aangenomen salarisstijging tot pensioenleeftijd leidt tot ongeveer dezelfde uitkomsten als de bestaande gestaffelde premie. Hierover adviseren wij u graag.
Nabestaandenpensioen (en wezenpensioen) wijzigen uiterlijk 01-01-2028
De huidige beschikbare premieregelingen kennen een salarisdiensttijd regeling voor de bepaling van de hoogte van het nabestaandenpensioen. Vaak een eindloonregeling, soms een middelloonregeling. Bij wisseling van werkgever trad er verlies op van nabestaandenpensioen. Oorzaak hiervan is de methode van financieren. Een nabestaandenpensioen wordt in het algemeen gefinancierd met een risicopremie. Bij uitdiensttreding stopt de premiebetaling en daarmee ook het nabestaandenpensioen.
Dit is op te lossen door de pensioenuitvoerder te verzoeken tot een premievrij nabestaandenpensioen over de doorgebrachte diensttijd. Een andere methode is om waardeoverdracht te doen waarbij de nieuwe pensioenuitvoerder extra dienstjaren toekent. In de praktijk gaat er veel mis en dat is de reden voor een aanpassing van deze systematiek in de Wet Toekomst Pensioenen.
Het nabestaandenpensioen krijgt een nieuwe vorm namelijk een percentage van maximaal 50% van het bruto pensioengevend jaarsalaris. Het verleden speelt dan geen rol meer. Afhankelijk van de hoogte van het gekozen percentage zal de premie hoger of lager worden. Wij zullen u hier in adviseren en voorbeelden geven. Deze aanpassing moet doorgevoerd zijn voor 01-01-2028.
Vervallen restitutie bij overlijden voor de pensioendatum
Sommige pensioenregelingen kennen een bepaling dat bij overlijden voor de pensioendatum de ingelegde premies voor het ouderdomspensioen gebruikt kunnen worden voor optimalisatie van het nabestaandenpensioen. Vaak gold dit voor bijsparen, de mogelijkheid voor een deelnemer om extra premie in te leggen voor het ouderdomspensioen.
Deze zogenaamde rest-begunstiging is niet meer toegestaan onder de Wet Toekomst Pensioenen. Indien er bij uw pensioencontract sprake is van deze systematiek, zullen wij u hierover informeren. Bestaande ingelegde bedragen die onder deze rest-begunstiging vallen, worden geëerbiedigd, maar inleg na 01-07-2023 niet.
Vervolg
De wetgeving is nu aangenomen, maar er zijn meerdere verzoeken voor amendementen en Algemene Maatregelen van Bestuur aangekondigd. Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) van de Belastingdienst zal ook met aanvullende (fiscale) uitleg komen.
Periodiek zullen wij u hierover informeren en daarbij sommige thema’s verder uitdiepen zoals die van de nabestaandenpensioenen.
|
|
|
|